Schulinck congres Meedoen naar Vermogen
Dat was me het weekje wel….. Alle dagen geschoold en tijdens het Schulinck congres Meedoen naar Vermogen heb ik drie keer de Workshop Wmo aftellen naar 1 januari 2013 verzorgd. Daardoor heb ik niet het hele congres meegemaakt, maar wat ik heb gezien en gehoord (ook van anderen) kunnen Schulinck & Kluwer tevreden terugkijken op deze dag. Maarten van Rossem was een geweldige hekkensluiter.
Casus Coach
Op 13 april heeft Schulinck de Casus Coach gelanceerd. In mijn weblog van 26 februari schreef ik al eens over de Casus Coach omdat ik auteur ben voor het onderdeel Maatschappelijke ondersteuning en overig mobiliteit en vervoer. De Casus Coach is een mobiele applicatie voor iedere professional die regelmatig met de uitvoering van sociale zekerheid te maken heeft. Een unieke, oplossingsgerichte toepassing waarbij niet de wet, maar de situatie centraal staat. De Casus Coach presenteert bondige, praktische oplossingen en richt zich op zes thema’s: inkomen, werk, zorg, schulden, toeslagen en belastingen. Je kunt nu een maand kosteloos toegang ontvangen tot de Casus Coach. Lees meer…. Voor meer informatie of een demonstratie op locatie kun je contact opnemen met Jos Asselman of Marc de Lange, bel 077 4758018 of stuur een e-mail aan:j.asselman@schulinck.nl of m.delange@schulinck.nl.
Gestruikeld in het Catshuis
Enigszins verrast was ik wel door het bericht dat Geert Wilders geen gedoogdsteun geeft aan het integrale pakket bezuinigingsmaatregelen. Morgen de Ministerraad en dan eens verder kijken. Los van mijn politieke voorkeur is het een uiterst ongelukkig moment dat het Kabinet valt. Of is het een kans? Stemmingen in het najaar dan in ieder geval. Laten we hopen dat het volgende Kabinet met een voorspoedige formatie tot stand komt. Wordt het huidige Kabinet demissionair, dan bepaalt de Eerste Kamer welke wetsvoorstellen en onderwerpen als controversieel worden aangemerkt. Door de bank genomen zijn dat de voorstellen en onderwerpen waarvan redelijkerwijs verwacht wordt dat behandeling met een ander kabinet tot een andere uitkomst zullen leiden.
Wet werken naar Vermogen
Dinsdag 24 april staat gepland dat de Tweede Kamer stemt over dit wetsvoorstel.
Derde termijn wetsvoorstel Wmo-begeleiding
Donderdag 26 april staat de derde termijn gepland van de Wijziging van de Wet maatschappelijke ondersteuning in verband met de uitbreiding van gemeentelijke taken op het terrein van de begeleiding en een gewijzigde verdeling van de bestuurlijke verantwoordelijkheid.
De Tweede Kamer moet vóór het meireces stemmen over het wetsvoorstel wil de Eerste Kamer het nog vóór het zomerreces kunnen behandelen. Ben benieuwd of de derde termijn en eventuele stemming doorgaat.
Meer weten over de jurisdische aandachtspunten van de Verordening en de uitvoering van de compensatieplicht? Schrijf je dan in voor de Studiedag Wmo Begeleiding met juridische en menselijke maat. Deze studiedag wordt verzorgd in samenwerking met mr. Erik Klein Egelink, rechter en vice president bij de rechtbank Arnhem. Op 6 juni in Eindhoven zijn voldoende deelnemers, maar er is nog plaats.
Jurisprudentie
Rechtbank Zutphen 28-03-2012, BW0564 Wmo
De rechtbank oordeelt in deze zaak over de vraag of het college terecht de huishoudelijke verzorging weigert omdat sprake is een voorliggende voorziening (AWBZ).
Belanghebbenden wonen allen in een zelfstandige woongroep. Vast staat dat zij recht hebben op zorg in de zin van artikel 6 lid 1 AWBZ. De indicatie voor zorg bestaat uit de losse functies verblijf tijdelijk, ondersteunende begeleiding algemeen, verpleging, activerende begeleiding dagactiviteit. Ingaande 15 november 2009 bestaat recht op een indicatie voor een zorgzwaartepakket van 7 etmalen per week. Het zorgkantoor kent een PGB toe voor het jaar 2010 voor de functies begeleiding, persoonlijke verzorging, tijdelijk verblijf en verpleging.
Niet in geschil is dat belanghebbenden behoren tot de doelgroep van de Wmo en dat zij niet in staat zijn zelfstandig een huishouden te voeren. Het geschil spitst zich toe op de vraag of artikel 2 Wmo er aan in de weg staat dat aan hen huishoudelijke verzorging wordt toegekend. Het college stelt zich op het standpunt dat belanghebbenden niet in aanmerking komen voor huishoudelijke verzorging omdat zij de aan hen toegekende zorg op grond van de AWBZ ontvangen in de vorm van een PGB. Nu zij hebben gekozen niet in een instelling te verblijven moeten zij de kosten voor de huishoudelijke werkzaamheden – die zijn verdisconteerd in de ZZP-indicatie – bekostigen uit het aan hen toegekende PGB. De rechtbank deelt dit standpunt niet.
Omdat belanghebbenden noch op grond van de artikel 6 lid 1 AWBZ noch op grond van een andere wettelijke bepaling aanspraak kunnen maken op huishoudelijke verzorging voor het behoud van zelfstandig functioneren of deelname aan het maatschappelijk verkeer, stelt het college zich – naar oordeel van de rechtbank – ten onrechte op het standpunt dat er voor hen een voorliggende voorziening bestaat als bedoeld in artikel 2 Wmo. Het standpunt dat hulp in de huishouding is verdisconteerd in het AWBZ-PGB is in rechte niet houdbaar. Het college heeft niet onderzocht:
- in welke mate en op welke manier zorg voor het huishouden is verdisconteerd in het ZZP van degene die in een instelling verblijven
- hoe voor belanghebbenden de mogelijkheid bestaat om deze hulp op dezelfde manier te verdisconteren; en
- in welke mate zij (daarboven) hulp in het huishouden nodig hadden.
Het college moet een nieuwe beslissing op het bezwaar nemen.
Rechtbank Rotterdam 22-03-2012, BV9709 AWB
Voor betrokkene wordt door de Stichting Het Juridisch Loket een diagnosedocument opgesteld en aan hem beschikbaar gesteld. Hij tekent bezwaar aan tegen het diagnosedocument en na het uitblijven van een beslissing op bezwaar is de Stichting Het Juridisch Loket door betrokkene in gebreke gesteld. De stichting deelt betrokkene bij brief mede dat het bezwaar niet inhoudelijk zal worden behandeld omdat geen sprake is van een besluit in de zin van artikel 1:3 Awb genomen door een bestuursorgaan. Betrokkene stelt beroep in.
De rechtbank stelt de Stichting Het Juridisch Loket in het gelijk. De stichting is geen bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1 lid 1 aanhef en onder a Awb omdat zij een privaatrechtelijke rechtspersoon is en niet krachtens publiekrecht is ingesteld. De rechtbank is van oordeel dat niet aan de voorwaarden is voldaan om als bestuursorgaan te worden aangemerkt.
Dat zou wel het geval zijn als aan de stichting een of meer overheidstaken zijn opgedragen en de daarvoor benodigde publiekrechtelijke bevoegdheden zijn toegekend. Van belang is of de stichting eenzijdig rechten en plichten in het leven kan roepen of bindend kan vaststellen. Dat is niet het geval. Het diagnosedocument is een schriftelijk document, waarin is opgenomen een analyse van het juridisch probleem, een advies en zo nodig een doorverwijzing naar een andere instantie of een rechtsbijstandverlener.
Uit de Nota van Toelichting van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand blijkt dat het diagnosedocument naar zijn aard alleen een advies kan betreffen van de kant van de Stichting Het Juridisch Loket. Het overleggen van het diagnosedocument heeft het gevolg dat de Raad voor Rechtsbijstand gehouden is een korting van (thans) € 51,- te verlenen op de verschuldigde eigen bijdrage. Dit betekent niet dat bij het verstrekken van een diagnosedocument sprake is van een besluit in de zin van artikel 1:3 Awb omdat het niet eenzijdig rechten en plichten in het leven schept noch deze vaststelt. Het besluit met rechtsgevolgen ontstaat pas op het moment dat de Raad voor Rechtsbijstand het diagnosedocument betrekt in zijn beslissing om de daadwerkelijke hoogte van de verplichte eigen bijdrage vast te stellen.
Het diagnosedocument moet worden opgevat als een omstandigheid die een rol kan spelen bij de besluitvorming tot het vaststellen van de hoogte van de eigen bijdrage. Het nemen van het besluit om te toetsen of belanghebbende voldoet aan de criteria om voor toevoeging en eventuele korting in aanmerking te komen blijft nadrukkelijk een taak van het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand. Tegen dat besluit staan vervolgens rechtsmiddelen open.
Rechtbank ‘s-Hertogenbosch 16-04-2012, BW2496 Straf
Nederland op z´n smalst? Deze uitspraak kreeg ik doorgestuurd. In deze zaak oordeelt de kantonrechter over het beroep tegen de sanctie en de administratiekosten wegens het parkeren op een gehandicaptenparkeerplaats zonder geldige gehandicaptenparkeerkaart. Betrokkene heeft zijn gehandicaptenparkeerkaart zodanig zichtbaar op het dashboard van zijn auto gelegd dat zijn pasfoto goed zichtbaar was. Echter het geval wil dat de geldigheidsdatum van de kaart op de andere kant van de kaart staat. De verbalisant heeft vervolgens een ‘boete’ uitgeschreven.
De kantonrechter bekijkt de gehandicaptenparkeerkaart. Op de kaart staat vermeld dat de kaart bij gebruik aan de voorzijde van het voertuig op zodanige wijze moet worden aangebracht dat de “voorzijde” van de kaart duidelijk zichtbaar is voor controle. Welke zijde van de kaart bedoeld wordt met “voorzijde” wordt echter niet vermeld, terwijl uit de opmaak en de tekst van de kaart ook niet onomstotelijk volgt wat nu precies de “voorzijde” van de kaart. Op de ene zijde staat onder meer de geldigheidsdatum en op de andere zijde een pasfoto van de gebruiker.
Uit de kaart blijkt niet duidelijk waarom de ene zijde van de kaart als “voorzijde” zou moeten worden aangemerkt en de andere zijde niet. Deze onduidelijkheid strekt ten nadele van degene die de kaart uitgeeft en kan niet ten nadele strekken van degene aan wie zij is verstrekt. Je raad het al, beroep gegrond.
©Ingeborg Lunenburg opleiding + advies