Wiens procesrisico is het: college of belanghebbende?

De cursus Advisering in Wmo-zaken
De cursus gaat natuurlijk in op de vraag of het college verantwoordelijk is voor een volledige procesdossier. Veel gemeenten worden structureel geconfronteerd het feit dat zij de onderliggende stukken van bijvoorbeeld behandelaars niet ontvangen van de betreffende adviesorganisatie, ook al heeft belanghebbende getekend voor akkoord van het uitwisselen van medische gegevens. Veel gehoorde reacties zijn:

  • De gevraagde stukken vallen onder het beroepsgeheim van de medicus en de adviesorganisatie blijft te alle tijde verantwoordelijk voor het niet uitwisselen van deze gegevens zonder voorafgaande vastgesteld doel.
  • Alleen onder de garantie dat de stukken door een medisch deskundige worden ingezien en beoordeeld worden onderliggende stukken doorgestuurd.

Dit is een heel lastig bestuursrechtelijk probleem. Als het college opdracht geeft om een onderzoek uit te laten voeren door een deskundige, dan ligt het op de weg van het college om te zorgen dat de gegevens waarop het besluit is gebaseerd zich in het procesdossier bevinden. Op deze manier kan de belanghebbende zich gericht verweren tegen het besluit waarop het advies is gebaseerd. Bevinden de stukken zich niet in het dossier, dan ligt het bewijsrisico bij het college, als zijnde de opdrachtgever van het uitgevoerde onderzoek (advies). Een dergelijk grief leidt in beginsel tot een gegrond (hoger) beroep (CRvB 16-01-2008, BC3807 WVG en Rechtbank Arnhem 29-07-2008, BF1558 Wmo)

Voorkomen?
Er is bij mij geen jurisprudentie bekend die dit dilemma precies blootlegt en waar de rechter oordeelt dat het college zich kan en mag baseren op het advies. Het is wel voorstelbaar dat het college een procesrisico kan verkleinen door:

  • een arts advies uit te laten brengen
  • waarin staat dat informatie is opgevraagd (bij bijvoorbeeld de behandelaar) en verkregen
  • waarin ook staat welke vragen zijn gesteld en wat de strekking van het standpunt van de behandelaar is (wiens medische stuk zich dus niet in het procesdossier bevindt)
  • een conclusie van arts in zijn advies dat het voorgenoemde standpunt van de behandelaar overeenkomt met zijn eigen onderzoek en de (hetero)anamnese

Bewijsrisico belanghebbende
Dit bewijsrisico ligt niet bij het college als belanghebbende over de noodzakelijke gegevens beschikt of redelijkerwijs kan beschikken (art. 4 lid 2 Awb). Daaronder valt ook het afgeven van een machtiging voor het uitwisselen van medische gegevens en het verlenen van noodzakelijke medewerking aan een onderzoek door belanghebbende en zijn eventuele huisgenoot. Let wel het moet evident zijn dat het college deze medische gegevens of de medewerking nodig heeft om het recht en de eventuele omvang van de voorziening vast te stellen (zie bijvoorbeeld CRvB 25-07-2011, BR4090 WmoCRvB 28-12-2007, BC3272 WVG en Rechtbank Arnhem 19-12-2008, BH0126 Wmo).

Gegevens waar belanghebbende redelijkerwijs over kan beschikken zijn bijvoorbeeld een huisartsenjournaal, een verklaring van de huisarts of in bezit van belanghebbende zijnde medische gegevens.

Recht op inzage en afschrift medisch dossier
Verder geldt overigens dat elke patiënt een rechtstreeks recht heeft op inzage en/of afschrift van het door een arts aangelegde medisch dossier. Dat inzagerecht omvat ook de schriftelijke informatie in het dossier die is verkregen van andere (behandelende) artsen. Dit betekent dat het college via de belanghebbende kan zorgen dat het over de relevante gegevens kan beschikken. Het is echter zeer de vraag of dergelijke gegevens kunnen worden aangemerkt als het redelijkerwijs kunnen beschikken als bedoeld in artikel 4 lid 2 Awb. Daar twijfel ik over, zeker als het college zelf om advies heeft gevraagd. Daaruit blijkt namelijk al impliciet dat het college de bewijslast op zich neemt, waarbij het wel hulp inroept van een deskundige derde.

Het college doet er daarom verstandig aan eerst te beoordelen – voor het advies vraagt – welke gegevens nodig zijn en wie het gemakkelijkste over deze gegevens kan beschikken: de belanghebbende zelf of het college.

Als laatste nog de opmerking dat aan het opvragen van kopieën uit een medische dossier wel kosten zijn verbonden.

©Ingeborg Lunenburg opleiding + advies

One Reply to “Wiens procesrisico is het: college of belanghebbende?”

  1. Hallo Ingeborg,

    Een heel mooie analyse van een bepaald niet makkelijk probleem. Bij de gemeente Helmond en Oss lopen ze er op dit moment tegenop dat klanten verwezen zijn naar psychologische buro’s die vervolgens met de klant een geheimhoudingsverklaring afspreken en zonder toestemming geen info afgeven over de klant, waardoor het college, zo beleven ze dat, nog steeds geen passend re-integratietraject kan aanbieden. Ik zie het voorzichtig als volgt dat niet alleen medisch advies ingewonnen moet worden maar ook een daarop gebaseerd arbeidsdeskundig advies, waarin de passendheid van het re-integratietraject beoordeeld moet worden en dat het dus niet aan het college zelf meer is om dat te beoordelen, dit ivm. de spanning met het grondrecht van bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Ik heb hierover ook gesproken met een medewerker bij een rechtbank die parallel zag in het arbeidsrecht waar werkgevers via detective-buro’s eigen zieke werknemers laten schaduwen met de grote vraag en wat kan een werkgever dan doen met deze informatie tenzij er sprake is van een bewijsrechtelijke evidentie dat deze klant echt niet ziek is, niets dus.
    Overigens houd ik me graag aanbevolen voor je artikel hierboven dat ik graag zou willen gebruiken in een cursus WWB en re-integratie en de MC Bezwaar en Beroep. Ben je daarmee accoord?

    met een vriendelijke groet,

    Harry van der Linden

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*

6 − vier =