Met regelmaat krijg ik vragen over het verdwijnen van de landelijke regelingen voor chronisch zieken en gehandicapten en wat de taak van gemeenten in dat kader wordt. Het intrekken van deze landelijke maatregelen is beoogd per 1 januari 2014. In dit blog ga ik hier op in.
Regeerakkoord Rutte II
Met als motto ‘Bruggen slaan’ kwam op 29 oktober 2012 het Regeerakkoord tot stand. Daarin staat onder meer het volgende.
II. Sociale zekerheid en inkomensbeleid
“De individuele bijzondere bijstand voor daadwerkelijk gemaakte kosten wordt verruimd. Extra aandacht is er voor gezinnen met kinderen, werkenden met een laag inkomen en ouderen met een klein pensioen. De mogelijkheden voor bijzondere bijstand in de vorm van een aanvullende zorgverzekering of een pas voor culturele, maatschappelijke en sportvoorzieningen worden ruimer. Het is belangrijk dat kinderen uit gezinnen met een laag inkomen kunnen sporten. Daarom wordt de subsidie aan Jeugdsportfonds Nederland verlengd en de Sportimpuls verhoogd. Mensen die langdurig van een laag inkomen rond moeten komen zonder zicht op verbetering, krijgen op individuele basis een toeslag. Categoriale bijzondere bijstand voor aannemelijke kosten wordt beperkt. Voor dit hele pakket wordt structureel 100 miljoen vrijgemaakt.”
VII. Zorg dichtbij
“Gemeenten worden geheel verantwoordelijk voor de activiteiten op het gebied van ondersteuning, begeleiding en verzorging. De aanspraken worden beperkt, dienstverlening wordt versoberd en meer gericht op waar ze het hardste nodig is en gaat vallen onder de wet maatschappelijke ondersteuning (WMO). De aanspraken op huishoudelijke hulp worden vervangen door een maatwerkvoorziening voor degenen die het echt nodig hebben en het niet uit eigen middelen kunnen betalen.”
“De combinatie van de introductie van inkomensafhankelijke zorgfinanciering en het organiseren van zorg dicht bij mensen maakt beperking, vereenvoudiging en decentralisatie mogelijk van regelingen als compensatie eigen risico, de aftrek specifieke zorgkosten en de wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten. Hieruit wordt een nieuwe gemeentelijke voorziening gefinancierd met een omvang van ruim 750 miljoen.”
“De gemeenten wordt een zeer ruime beleidsvrijheid gegeven met betrekking tot de concrete invulling van deze gedecentraliseerde voorzieningen.”
Overige Kabinetsafspraken
In de brief van 25 april jl. over de hervormingen van de langdurige zorg staat:
“Nieuwe cliënten kunnen in 2014 een beroep doen op huishoudelijke hulp. In 2015 blijft meer budget beschikbaar voor gemeenten met betrekking tot de (huishoudelijke) ondersteuning. Gemeenten houden 60% in plaats van 25% van de middelen.”
“Het kabinet introduceert onder de Wmo een maatwerkvoorziening (oplopend tot ruim € 700 miljoen) ter vervanging van de compensatie eigen risico, de aftrek specifieke zorgkosten en de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten. Deze regeling kan worden ingezet in het brede sociale domein.”
In de brief van 30 mei jl. over de maatwerkvoorziening inkomenssteun chronisch zieken en gehandicapten en de wetswijziging bijzondere bijstand staat het volgende. Staatssecretaris Klijnsma neemt het G4-standpunt over dit onderwerp mee in de uitwerking van het wetsvoorstel tot wijziging van de WWB. Welk standpunt de G4 hebben ingenomen heb ik overigens niet kunnen vinden. Het wetsvoorstel WWB maatregelen wordt naar verwachting in september bij de Tweede Kamer ingediend. Klijnsma zal op korte termijn samen met Staatssecretaris Van Rijn in gesprek treden met de wethouders van Zorg en Armoedebeleid in Amsterdam over de voorgenomen maatregelen op dit terrein en over de manier waarop men daar in Amsterdam mee wil gaan werken.
In zijn brief van 29 maart jl. kondigde Minister Asscher van SZW aan dat er duidelijkheid komt over de stapelingseffecten van de maatregelen die voortvloeien uit het Regeerakkoord en de effecten voor de koopkracht. Dit heeft overigens niet alleen betrekking op de maatwerkvoorziening voor chronisch zieken en gehandicapten.
Bijeenkomsten
Recent zijn een aantal bijeenkomsten georganiseerd mede op initiatief van het Ministerie van VWS. Deze bijeenkomsten stonden vooral in het teken van de hervormingen van de langdurige zorg en de decentralisatie van taken naar gemeente als gevolg daarvan. In 2015 krijgen we te maken met een kern-AWBZ, een aantal wijzigingen in de Zvw en een nieuwe Wmo.
Algemene voorziening en maatwerkvoorziening
Als ik het goed heb begrepen wordt de definitie van algemene voorziening opgenomen in de nieuwe Wmo. Zoals thans in de praktijk ook al het geval is, gaat een algemene voorziening vóór op het verlenen van een individuele voorziening. In de nieuwe Wmo wordt daarvoor de term maatwerkwerkvoorziening geïntroduceerd. Aangenomen wordt verder dat hulp bij het huishouden in de nieuwe Wmo als algemene voorziening kan worden aangeboden.
Eigen bijdragen voor burgers
Gemeenten mogen voor zowel de algemene – als de maatwerkvoorziening een (eigen) bijdrage vragen aan de gebruikers daarvan. De eigen bijdrage voor de maatwerkvoorziening zal net als nu worden berekend en opgelegd door het CAK. De hoogte daarvan blijft afhankelijk van het bijdrageplichtig inkomen (en vermogen). Daarbij blijft ook de anticumulatie voor eigen bijdragen waaronder die van de AWBZ gehandhaafd.
Voor de eigen bijdrage die het CAK oplegt moet vooralsnog worden aangenomen dat deze voor bijzondere bijstand in aanmerking komt (zie CRvB 29-01-2013, BY9838 WWB met annotatie).
De bijdrage voor de algemene voorziening kan door de gemeente zelf worden gevraagd, opgelegd en geïnd. De hoogte daarvan wordt niet inkomensafhankelijk. De vraag is hoe zich dat verhoudt tot de stapeling van bijdragen (zie verder onder ‘wetswijziging WWB’ in dit blog).
Beperkte toegang?
Een terugblik op het Regeerakkoord leert dat de hulp bij het huishouden alleen toegankelijk wordt voor degene die het echt nodig hebben waaronder ook het inkomen tot 120% van het minimum wordt gerekend. Als ik de sprekers van VWS tijdens de bijeenkomsten goed heb beluisterd komt er geen inkomens- of vermogensgrens in de nieuwe Wmo.
Bijzondere bijstand kosten hulp bij het huishouden?
Stel, dat hulp bij het huishouden (categorie HH1) door de gemeente als algemene voorziening wordt aangeboden. Zou het dan kunnen zijn dat minima tot 120% van het WML geen bijdrage betalen en degene met een hoger inkomen wel? Of verstrekt de gemeente aan degene met een inkomen lager dan 120% van het WML bijzondere bijstand voor de bijdrage die voor het gebruik van de algemene voorziening wordt gevraagd? Niet helemaal onlogisch. Immers degene die thans minimaal 26 weken een indicatie heeft voor hulp bij het huishouden voor minstens één uur per week is chronisch ziek in de zin van de Wtcg. Daarmee bestaat (tot 1 januari 2014) aanspraak op een jaarlijkse tegemoetkoming. Let wel het gaat hierbij wel om hulp bij het huishouden als individuele voorziening. Verder kent de Wtcg overigens draagkrachtregels (inkomens- en vermogensgrenzen) die een tegemoetkoming in de weg staan.
Wetswijziging Wet werk en bijstand
Voordat de Participatiewet in werking zal treden wordt eerst de WWB nog gewijzigd. De beoogde datum hiervoor is 1 juli 2014. Zie ook onder kopje “II. Sociale zekerheid en inkomensbeleid” aan het begin van dit blog.
Individuele bijstand
Voorgesteld wordt om de individuele bijzondere bijstand te verruimen. Zou dan de oorspronkelijk bedoelde maatwerkfunctie weer echt terugkomen? Zie daarvoor ook TK 2002/03, 28 870, nr. 3, p. 13-14. Je begrijpt dat ik met belangstelling de (nieuwe) redactie van artikel 35 WWB tegemoet zie. Dat artikel is thans al erg individueel en toepassing daarvan wordt door de bestuursrechter vol getoetst, met uitzondering van de draagkrachtregels. Ik weet dus niet zo goed wat je daar aan zou moeten of kunnen wijzigingen. Zou de aftrek van de buitengewone uitgaven ingeval van draagkracht weer worden ingevoerd? Denk bijvoorbeeld aan opgelegde en betaalde (eigen) bijdragen of andere kosten die verband houden met een chronische ziekte of handicap die niet voor bijzondere bijstand in aanmerking komen. In de WWB is dit nu alleen toegestaan voor de formele eigen bijdrage in de kosten van kinderopvang wegens werk voor alleenstaande ouders. Dat geldt overigens ook bij de draagkrachtregels voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen.
Voorliggende voorziening
Of zou juist artikel 15 WWB anders moeten worden geredigeerd? Personen die chronisch ziek of gehandicapt zijn lopen – volgens mij – in bijna gevallen aan tegen artikel 15 WWB en kom je dus helemaal niet toe aan een beoordeling van de aanvraag op grond van artikel 35 WWB. Artikel 15 WWB bepaalt dat geen recht op bijstand bestaat voor zover een beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening die, gezien haar aard en doel, wordt geacht voor de belanghebbende toereikend en passend te zijn. Het recht op bijstand strekt zich evenmin uit tot kosten die in de voorliggende voorziening als niet noodzakelijk worden aangemerkt. Het antwoord op de vraag of de kosten noodzakelijk zijn, wordt in het algemeen gevonden in de wet of regeling zelf, zo blijkt uit CRvB 17-11-2009, BK4230 WWB. Met deze uitspraak werd een einde gemaakt aan de ‘onduidelijkheid’ of het college onderzoek moet doen naar de vraag of de kosten vanwege een budgettaire reden uit de voorliggende voorziening zijn geschrapt (wat daar verder ook van zij).
Categoriale bijzondere bijstand
De categoriale bijzondere bijstand (natura of thans ook de tegemoetkoming premie) voor de (aanvullende) collectieve zorgverzekering zal blijven bestaan. Dat het college een tegemoetkoming mag verstrekken voor de premie voor een aanvullende zorgverzekering is per 1 juli 2013 geregeld in de Verzamelwet SZW 2013.
Aanvullende inkomensondersteuning toegestaan
Verder kondigde staatssecretaris Klijnsma eind januari 2013 aan dat gemeenten bevoegd zijn tot categoriale aanvullende inkomensvoorziening voor de stadspas, mits deze tot doel heeft deelname aan maatschappelijke, culturele en sportieve voorzieningen te bevorderen. In die gevallen valt een dergelijk pas niet onder de WWB omdat er geen sprake is van het bestrijden van kosten. Deze bevoegdheid voor het verlenen van stadspassen vloeit (dan) voort uit de Gemeentewet en valt ook niet onder de in de WWB thans opgenomen inkomensnorm van 110% van het WML.
Overige categoriale regelingen vervallen?
De overige bevoegdheden voor het verlenen van categoriale bijzondere bijstandsverlening zullen – naar ik verwacht – worden afgeschaft. Die hebben thans betrekking op:
- Personen die de pensioengerechtigde leeftijd hebben of ouder, voor kosten die voor deze categorie – gelet op de bijzondere omstandigheden waarin die zich bevindt – leiden tot bepaalde noodzakelijke kosten van het bestaan waarin de algemene bijstand niet voorziet.
- Personen tussen de 18 en de pensioengerechtigde leeftijd (of met een hem ten laste komend kind dat tot die categorie behoort) voor de kosten van een chronische ziekte of handicap die leiden tot bepaalde noodzakelijke kosten van het bestaan waarin de algemene bijstand niet voorziet.
- Een persoon tussen de 18 en de pensioengerechtigde leeftijd met een hem ten laste komend kind dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt, voor de deelname aan sport, cultuur of andere maatschappelijke activiteiten die zijn gericht op maatschappelijke participatie van die kinderen.
Langdurigheidstoeslag
Met het inwerking treden van de Verzamelwet SZW 2013 kan de langdurigheidstoeslag niet meer met terugwerkende kracht worden aangevraagd (toegekend). Aanvragen die op of na 1 juli 2013 worden ingediend kunnen pas vanaf die datum of op een latere datum – waarop aan de voorwaarden wordt voldaan – worden gehonoreerd.
Aanvullende voorwaarden?
In het Regeerakkoord is aangekondigd dat de langdurigheidstoeslag op individuele basis als een toeslag wordt verleend. Ik neem aan dat de huidige criteria ‘langdurig laag’ zullen blijven bestaan. Nu dit Kabinet overal de term ‘maatwerk’ gebruikt, verwacht ik dat er aanvullende voorwaarden gaan gelden voor deze individuele toeslag. Gelet op het feit dat ook strenger zal worden opgetreden tegen het niet of onvoldoende voldoen aan de verplichte arbeidsinschakeling, is het niet ondenkbaar dat een opgelegde maatregel in de weg zal staan aan het verkrijgen van een ‘langdurigheidstoeslag’.
Masterclass bijzondere bijstand, individuele toeslagen en minimabeleid
Tijdens de Masterclass zal ik uitgebreid ingaan op de beleids- en uitvoeringsvragen die het gevolg zijn van het intrekken van de landelijke regelingen voor chronisch zieken en gehandicapten. Ik verwacht overigens dat de relevante wetsvoorstellen dan openbaar zijn en misschien dat zelfs de parlementaire behandelingen zijn gestart.
©Ingeborg Lunenburg opleiding + advies
Pingback: Wetsvoorstel Wtcg en CER openbaar | Ingeborg Lunenburg Opleiding + Advies
Pingback: Wetsvoorstel Wtcg en CER openbaar – Uitvoering Wmo 2015
Pingback: Best gelezen en Series – Ingeborg Lunenburg Opleiding + Advies