Voor de uitvoering van de wetten in het sociaal domein is vereist de jurisprudentie over de formele wetten1 nauwlettend te volgen. Welk toetsingskader hanteert de bestuursrechter en volgens welke toetsingsmaatstaf wordt dat gedaan? Hoe zit het met de bewijslastverdeling? Is de uitspraak een bevestiging van een eerder ingezette lijn of juist niet? Er zijn meer vragen denkbaar.
Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
De Awb vormt de juridische basis voor het handelen van bestuursorganen. Daarin staan de algemene (rechts)normen waaraan een bestuursorgaan zich moet houden. Voorbeelden zijn: het zorgvuldigheidsbeginsel, het motiveringsbeginsel, het rechtszekerheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel. In de Awb staan de geschreven abbb’s. De ongeschreven abbb’s vloeien voort uit de jurisprudentie. Er is interessante jurisprudentie van de Afdeling en de Centrale Raad van Beroep beschikbaar waar deze beginselen aan bod komen. Daaruit blijkt of belanghebbenden zich – al dan niet – met succes beroepen op een van die beginselen en welk oordeel de bestuursrechter daarover geeft.
Kennis formele wet voldoende?
Dit betekent ook dat kennis van de Wmo 2015, Participatiewet of Jeugdwet alleen niet voldoende is om deze wetten goed uit te kunnen voeren. Op de pagina ‘uitspraak’ wordt met regelmaat een reactie of annotatie op uitspraken geplaatst.
Advisering
De Awb kent speciale regels over advisering. Daarvan is sprake als het bestuursorgaan – voordat het een beslissing neemt – gebruik maakt van een (externe) deskundige en de beslissing mede baseert op diens advies. Dan geldt de zogeheten vergewisplicht. De Participatiewet en de Wmo 2015 schrijven niet verplicht voor dat het bestuursorgaan advies moet vragen. Maar er zijn situaties waarin deze plicht impliciet voortvloeit uit de wet. Verder is het zo dat de vergewisplicht ook geldt als het college de voorbereiding van Wmo-besluiten overlaat aan derden. In de Jeugdwet ligt dat iets anders omdat het ‘organiseren’ van voldoende deskundigheid over, kort gezegd, de toeleiding naar jeugdhulp in die wet zit besloten. Dat neemt niet weg dat ook advisering in jeugdwet-zaken aan de orde kan zijn.
Internationale verdragen
In bepaalde situaties spelen Internationale Verdragen een rol bij de besluitvorming. Dit in het kader van de rechtsbescherming. Een voorbeeld van zo’n verdrag is het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Een toetsing aan het EVRM is aan de orde bij het opleggen van een bestuurlijke boete en de gevolgen van het niet meewerken aan een huisbezoek. De bestuursrechter oordeelt bijvoorbeeld over ingezette onderzoeksbevoegdheden en of onverkorte toepassing van wettelijke bepalingen. Druist dat niet (al te zeer) in tegen de bepalingen van de hogere regelgeving?
Naslagwerken en wettenboekjes
Ingeborg Lunenburg opleiding + advies volgt de jurisprudentie binnen haar vakgebied op de voet en maakt in haar werk gebruik van unieke naslagwerken. Deze kunnen ook los worden besteld door gemeenten, rechtscolleges en voor wie burgers ondersteunen door het behartigen van hun belangen. Verder zijn er diverse wettenboekjes beschikbaar in handig A5 formaat. Ingebonden met wire-o; blijft altijd op de juiste plek open liggen. Klik hier voor informatie of bestellingen.
Meer weten
Neem contact met ons op.
Participatiewet, Wmo 2015 of Jeugdwet ↩